Vervangende toestemming van de rechter voor een verhuizing?

Binnen ons kantoor hebben wij als familierechtadvocaten regelmatig te maken met ouders die met kinderen willen verhuizen binnen Nederland. Als de andere ouder daarvoor toestemming weigert, kan de rechter daarvoor vervangende toestemming verlenen op grond van artikel 1:253a BW. Op het moment dat een ouder met de kinderen reeds is verhuisd zonder die vervangende toestemming te verzoeken, kan de andere ouder daarover eveneens een procedure aanspannen.

Mr. T.C.P. Christoph heeft hier in het Echtscheidingsbulletin 2015/3 een zeer helder artikel over geschreven. Op basis van jurisprudentieonderzoek komt hij tot de navolgende criteria die een rol spelen bij de beoordeling van een verzoek tot vervangende toestemming tot verhuizing:

1. de noodzaak om te verhuizen;
2. de mate waarin de verhuizing is doordacht en voorbereid;
3. de door de verhuizende ouder geboden alternatieven en maatregelen om de gevolgen van de verhuizing voor de minderjarige en de andere ouder te verzachten en/of te compenseren;
4. de mate waarin de ouders in staat zijn tot onderlinge communicatie in overleg;
5. de rechten van de andere ouder en de minderjarige op onverminderd contact met elkaar in een vertrouwde omgeving;
6. de verdeling van de zorgtaken en de continuïteit van de zorg;
7.de frequentie van het contact tussen de minderjarige en de andere ouder voor en na de verhuizing;
8. de leeftijd van de minderjarige, zijn mening en de mate waarin de minderjarige geworteld is in zijn omgeving of juist extra gewend is aan verhuizingen;
9.de extra kosten van de omgang na de verhuizing.

Onlangs heb ik een zitting  gehad waarbij moeder 90 km verderop wilde gaan wonen met dochter. Vader had hier geen toestemming voor gegeven, zodat er een procedure tot vervangende toestemming is opgestart. Vader had een uitbereide zorgregeling van de ene week twee dagen en twee nachten door de week en de andere week twee dagen en twee nachten in het weekend. Door de verhuizing zou de zorgregeling teruggebracht worden tot een keer per 14 dagen een weekend van vrijdagmiddag tot zondagavond. Hierdoor zou vader geen contact meer hebben met school en ook niet meer bij kunnen dragen in de begeleiding van de buitenschoolse activiteiten. Vader zou veranderen van een opvoeder in een omgangsvader. De reden dat moeder wilde verhuizen was dat zij de voormalige echtelijke woning niet kon overnemen en dat haar nieuwe vriend, van wie zij haar tweede kindje had, een koopwoning had 90 km verderop. Ter zitting werden door de rechter vragen aan moeder gesteld over de noodzaak van de verhuizing, de mate waarin de verhuizing was doordacht en voorbereid en de mate waarin vader bij de besluitvorming was betrokken. Had moeder nog een ander alternatief? Als zelfstandig verzoek heeft vader wijziging van hoofdverblijfplaats ingediend. Binnen een aantal weken zal de uitspraak volgen.

Indien u vragen heeft over een procedure tot vervangende toestemming in verband met een verhuizing dan wel een procedure tot wijziging van hoofdverblijfplaats van een minderjarige dan kunt u vanzelfsprekend contact met een van onze familierechtadvocaten opnemen.

Fiona van Bentum, familierechtadvocaat