Organisatie van de Ronde van Vlaanderen aansprakelijk voor ongeval?
Afgelopen zondag werd de Ronde van Vlaanderen gereden. Tot ongeveer 60 kilometer na de start was er vrijwel niets aan de hand, totdat een wielrenner in botsing kwam met een toeschouwer. De toeschouwer stond op een vluchtheuvel, welke vluchtheuvel de wielrenner te laat had opgemerkt.
In 1965 heeft de Hoge Raad het zogeheten ‘Kelderluik arrest’ gewezen. Daarin heeft de Hoge Raad een viertal uitgangspunten opgenomen waaraan getoetst dient te worden bij gevaarlijke situaties. Deze regels zijn:
[1] Hoe gevaarlijker, hoe meer maatregelen;
[2] Hoe groter de kans op ongevallen/schade, hoe meer maatregelen;
[3] Hoe ernstiger de mogelijke schade/ongevallen kunnen zijn, hoe meer maatregelen;
[4] Alle in redelijkheid mogelijke maatregelen (waarbij ook gekeken wordt naar kosten-baten) moeten worden genomen.
Deze uitgangspunten gelden niet alleen bij evenementen waarbij deelnemers schade lijden, maar ook bij evenementen waarbij niet-deelnemers schade lijden.
Bij het nemen van maatregelen dient (indien en voor zover van toepassing) eveneens rekening te worden gehouden met het gedrag van niet-deelnemers, zoals het negeren van borden etc. Juridisch wordt dat aangeduid als “de mate van waarschijnlijkheid dat derden niet de normale oplettendheid en voorzichtigheid in acht nemen”. In beginsel doet niet ter zake of bijvoorbeeld de wielerbond het parcours heeft goedgekeurd. Op de organisatie rust een zelfstandige plicht om al datgene te doen wat redelijkerwijs van haar gevergd kan worden om potentiële gevaarlijke situaties te voorkomen.
Stonden hekken geplaatst bij de vluchtheuvel of waren en linten geplaatst? Waren toezichthouders opgesteld bij de vluchtheuvel en waren de toezichthouders professionals of vrijwilligers? Was de vluchtheuvel voldoende duidelijk zichtbaar voor de wielrenners? Waren er maatregelen genomen dat de wielrenners om de vluchtheuvel heen dienden te fietsen? Hoe verhouden de genomen maatregelen met de kans op de gevaarlijke situatie? Dit zijn maar een paar vragen die gesteld kunnen worden in een dergelijke kwestie.
Indien en voor zover de organisatie van de Ronde van Vlaanderen voldoende maatregelen heeft genomen, moet nog blijken. Feit blijft wel dat een organisator van een evenement zich niet al te gemakkelijk op overmacht of eigen schuld kan beroepen.
Los van de civielrechtelijke aansprakelijkheid, kan de organisatie ook strafrechtelijk worden vervolgd. Daarbij kan worden gedacht aan het opleggen van een boete aan de organisator.
mr. Jan de Wrede, advocaat