Ontslagvergoeding steeds vaker een probleem

‘Duizenden mensen zien geen cent van verplichte ontslagvergoeding’, zo bericht AD.nl vandaag. In april dit jaar waarschuwde ik op BNR Nieuwsradio al voor dit risico, dat zich nu dus daadwerkelijk voordoet.

Vroeger was een werkgever in beginsel geen ontslagvergoeding verschuldigd bij ontslag wegens economische redenen. Met de invoering van de transitievergoeding in juli 2015, is hier verandering in gekomen. Werknemers hebben sindsdien ook bij ontslag wegens economische redenen recht op de transitievergoeding.

Goed voor de werknemer. Althans, zolang de werkgever de transitievergoeding ook kan betalen, want van een ‘kale kip’ valt immers niets te plukken. De overheid zag dit niet als probleem, want werkgevers konden hiervoor in de ‘goede tijden’ sparen. Daarbij hebben ze waarschijnlijk een grote crisis, zoals de huidige corona crisis, over het hoofd gezien.

Om banen zoveel als mogelijk te behouden, moedigt de overheid werkgevers al sinds het begin van de coronacrisis aan om werknemers zo lang als mogelijk in dienst te houden. Veel werkgevers geven hier gehoor aan, maar zijn daardoor wel genoodzaakt om hun reserves aan te spreken. Als het vervolgens toch nog tot ontslag komt, hebben diverse kleinere bedrijven onvoldoende reserves over om de verplichte transitievergoeding te betalen.

Juridisch kader:
Een werknemer die wordt ontslagen heeft in beginsel recht op een transitievergoeding. Indien de werkgever deze vergoeding niet vrijwillig betaalt, kan de werknemer binnen 3 maanden na het einde van de arbeidsovereenkomst de rechter vragen om de vergoeding vast te stellen. Indien een werkgever dan nog niet betaald, kan de deurwaarder worden ingeschakeld om de transitievergoeding te incasseren. Dat werkt voor de weigerachtige werkgever, maar indien de werkgever echt geen geld heeft zal ook de deurwaarder niet succesvol zijn.

Contactpersoon