Kan van een hoogopgeleide vrouw worden verwacht dat zij op termijn in haar eigen levensonderhoud kan voorzien?

Het hof Den Haag heeft op 4 november 2015 geoordeeld  over bovengenoemde vraag. Het ging om een zaak waarin de behoefte van de vrouw aan partneralimentatie in het geschil was.

Partijen waren in 1991 gehuwd en zijn in 2009 uit elkaar gegaan. De echtscheiding is ingeschreven in mei 2013. Er was sprake van een traditionele rolverdeling en de vrouw heeft vanaf 2000 haar vakgebied niet meer bijgehouden. De kinderen gaan inmiddels hun eigen weg. De rechtbank heeft geoordeeld dat de partneralimentatie in ieder geval zeven jaar na de inschrijving van de echtsscheidingsbeschikking in zijn geheel op nihil dient te worden gesteld, waarbij in aanmerking wordt genomen dat tussen partijen niet in geschil is dat de man reeds vijf jaar een bijdrage heeft voldaan ten behoeve van de vrouw. Daarnaast heeft de rechtbank een afbouwregeling opgenomen waarbij zij de vrouw in staat acht om over vier jaar een inkomen rond bijstandsniveau te genereren.

Het hof oordeelde dat de behoefte door de rechtbank op een redelijk bedrag was vastgesteld. Voorts was het hof van mening dat de behoefte van de vrouw nog niet verbleekt was. Het hof acht de vrouw ernstig nalatig met betrekking tot haar inspanningen om (deels) in haar eigen levensonderhoud te voorzien. Zij heeft dezelfde opleiding als de man (afgestudeerd in informatica) en er is dan weliswaar het nodige veranderd, maar de vrouw had zich beter moeten voorbereiden op een terugkeer op de arbeidsmarkt. De vrouw heeft niet aangetoond zich daarvoor te hebben ingespannen. Van de vrouw mocht worden verwacht dat zij weer aan het werk zou gaan mede gezien de aard van haar academische opleiding, haar werkervaring tot 2000 en het tekort aan IT-specialisten. Het hof meent dat de vrouw binnen afzienbare termijn weer in haar eigen levensonderhoud moet kunnen voorzien. Het hof acht de door de rechtbank vastgestelde afbouw van de alimentatie redelijk.

Uit deze uitspraak wordt wederom duidelijk dat van de alimentatiegerechtigde mag worden verwacht dat deze zich actief moet inspannen om in het eigen levensonderhoud te voorzien. Gelet op het feit dat mevrouw in deze casus hoger opgeleid is kan dit helemaal van haar worden verwacht. Een goede ontwikkeling wat mij betreft die aansluit op de huidige maatschappelijke ontwikkelingen.

Indien u advies wil over partneralimentatie kunt u terecht bij een van onze familierechtspecialisten.

Mr. Fiona van Bentum