E-fiets en (verkeers)regels

De fiets is niet weg te denken uit het Nederlandse wegbeeld. Nederland  is een fietsland . Populair onder jong en oud en dat geldt de laatste jaren ook voor de e-fiets.

Fietsers zijn kwetsbare verkeersdeelnemers, omdat fietsers zich onbeschermd en met een relatief groot snelheidsverschil mengen in het andere (auto)verkeer. Dat snelheidsverschil geldt ook tussen “de gewone”fiets en  de e-fiets..

Vaker dan ons lief is horen wij van aanrijdingen in het verkeer waarbij fietsers zijn betrokken. Als gezegd  ben je als fietser kwetsbaar en door de wet wordt je dan ook als “zwakke” verkeersdeelnemer beschermd ( artikel 185 van de Wegenverkeerswet1994 bepaalt – kort gezegd – dat bij een verkeersongeval tussen een motorrijtuig en niet door dat motorrijtuig vervoerde personen of zaken, de eigenaar of houder van het motorrijtuig verplicht is om die schade te vergoeden, tenzij aannemelijk is dat het ongeval te wijten is aan overmacht)

Bij een verkeersongeval tussen een motorrijtuig en  een “ zwakke” verkeersdeelnemer ( voetganger en fietser ) ligt in feite de schuld per definitie bij de bestuurder van het motorrijtuig, tezij deze zich op overmacht kan beroepen. Eventuele fouten van de “zwakke”verkeersdeelnemer zijn slechts van belang wanneer die fouten zó onwaarschijnlijk zijn dat je bij het rijgedrag daar redelijkerwijs geen rekening mee behoefde te houden.

Brengt het berijden van een e-fiets nu een andere aansprakelijkheidsregel met zich?

Die vraag is niet zomaar te beantwoorden, om reden dat er verschillende elektrische fietsen zijn.

Er is de fiets waar je zelf mee moet trappen en de fiets die een hulpmotor heeft, waarbij je niet zelf behoeft te trappen. Genoemd verschil betekent dat voor beide e-fietsen verschillende ( verkeers)regels gelden. Voor een e-fiets die alleen voorzien is van trapondersteuning is geen kenteken of rijbewijs verplicht; er zijn ook geen leeftijdseisen. ( het gaat hierbij dan uitsluitend om een e-fiets met trapondersteining waarbij – strikt genomen- bij het bereiken van een snelheid van 25 km/u de trapondersteuning wordt onderbroken.)

Naast de “gewone e-fiets met trapondersteuning is er dan ook nog een zogenoemde high-speed e-fiets die met meetrappen  maximaal 45 km/u gaat. Voor deze “high speed” gelden tot 1 januari 2017 de regels die voor een snorfiets gelden dus minimaal 16 jaar zijn, een bromfietsrijbewijs (AM) hebben, een verzekering tegen wettelijke aansprakelijkheid hebben, in en buiten de bebouwde kom niet harder rijden dan 25 km/uur, een blauwe kentekenplaat hebben en rijden op het fietspad.

Vanaf 1 januari 2017 gelden de regels voor de bromfiets voor de high speed  e-fiets. ( althans zoals het nu is voorzien). De eerste drie regels voor de snorfiets gelden ook dan, binnen de bebouwde kom mag men niet harder rijden dan 30 km/u en buiten de bebouwde kom ( op een fietspad) niet harder dan 40 km/uur en op de rijbaan niet harder dan 45 km/u, een gele kentekenplaat hebben en je moet een helm dragen. Mogelijk gaan er voor de high speed e-fietsen  nog ( meer) aangepaste regels gelden.

Voor de Nederlandse wet is de e-fiets-met alleen trapondersteuning- niet zijnde de high speed- gelijk aan een gewone fiets. Er gelden dan ook dezelfde verkeersregels als voor de gewone fiets. Sinds oktober 2006 is de verplichte wettelijke aansprakelijkheidsverzekering voor motorrijtuigen ( WAM) afgeschaft voor fietsen met trapondersteuning

Is de e-fiets echter voorzien van een hulpmotor waardoor u niet meer behoeft ( bij) te trappen dan valt de fiets onder het begrip motorrijtuig. De fiets moet voldoen aan de kenteken-en verzekeringsplicht en een rijbewijs AM is verplicht

Het verkeersrecht kenmerkt zich door een wirwar van regels.

Voor advies kunt u zich wenden tot mr. Bram van Roo