Oproepkracht heeft recht op 3 uur per oproep

In 2011 deed het Gerechtshof Leeuwarden een uitspraak met betrekking tot artikel 7:628a BW, in welk artikel oproepkrachten kort gezegd een garantie krijgen voor minimaal 3 uur loon per oproep. Recent heeft de Hoge Raad (de hoogste rechter in Nederland) deze uitspraak in haar arrest bevestigd. Naar aanleiding hiervan hebben diverse media wederom bericht dat een oproepkracht bij iedere oproep recht heeft op minimaal 3 uur loon, ook als er korter wordt gewerkt. In hoofdlijnen is dit juist, echter er zijn uitzonderingen.
 
Artikel 7:628a BW bepaalt het volgende:
Indien een arbeidsomvang van minder dan 15 uur per week is overeengekomen en de tijdstippen waarop de arbeid moet worden verricht niet zijn vastgelegd, dan wel indien de omvang van de arbeid niet of niet eenduidig is vastgelegd, heeft de werknemer voor iedere periode van minder dan drie uur waarin hij arbeid heeft verricht, recht op het loon waarop hij aanspraak zou hebben indien hij drie uur arbeid zou hebben verricht. Van dit artikel kan niet ten nadele van de werknemer worden afgeweken.
 
Uit voornoemd wetsartikel blijkt dus dat de aanspraak van minimaal 3 uur alleen bestaat indien het gaat om een arbeidsomvang van 15 uur per week of minder. Bovendien geldt het minimum volgens het artikel niet voor werk met een vastpatroon, bijvoorbeeld wanneer er iedere dag gewerkt wordt van 09:00-11:00 uur. Daarnaast heeft het Gerechtshof Leeuwarden nog bepaald, dat er geen sprake mag zijn van een dubbeltelling. Indien er bijvoorbeeld na een incidentele oproep gewerkt wordt van 09:00-11:00 uur en weer van 13:00-14:00 uur, dan heeft de werknemer niet recht op 6 (2×3) uur loon, maar op 5 uur (09:00-14:00 uur). Oftewel, de tussenuren van 11:00-13:00 uur moeten in dat geval dus doorbetaald worden.
 
Werkt uw oproepkracht minder dan 3 uur, zorg dan voor een vast patroon, of hou rekening met 3 uur loonbetaling