Koninginnedag … vrij of staken?

Nederlandse werknemers hebben in beginsel het recht om te staken. Als werknemers, veelal verenigd in vakbonden, op een juiste wijze van dit recht gebruik maken, mogen werkgevers wel loon inhouden over de stakingsperiode, maar verder geen disciplinaire maatregelen treffen. Als werknemers op een onjuiste wijze van dit recht gebruikmaken, kunnen werkgevers of andere belanghebbenden de staking via de rechter laten verbieden.

In veel landen is het stakingsrecht wettelijk geregeld. In Nederland is het stakingsrecht in de jurisprudentie (= rechtelijke uitspraken) tot stand gekomen. De rechterlijke macht heeft zich hierbij gebaseerd op het Europees Sociaal Handvest (= een europees verdrag), waarin bepalingen over het stakingsrecht zijn opgenomen.

Het stakingsrecht is een sterk recht en mag in beginsel slechts worden beperkt door uitzonderingen die in de wet zijn geregeld en in een democratische samenleving noodzakelijk zijn voor de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen en door de bescherming van de openbare orde, de nationale veiligheid, de volksgezondheid of goede zeden.

Tegen een staking kan daarom in de praktijk vrijwel alleen met succes worden opgetreden, als de werknemers zich niet aan de spelregels hebben gehouden of indien de werknemers in redelijkheid niet tot de staking hadden mogen komen. De hoofdregels die hierbij onder andere gelden zijn dat werknemers alleen van hun stakingsrecht gebruik mogen maken om arbeidsvoorwaarden, eerst via overleg hun doel moeten proberen te bereiken, een staking tijdig moeten aanzeggen (de richtlijn schrijft 48 uur voor) en voldoende maatregelen moeten nemen om ernstige overlast te beperken.

Zo werd een staking tegen een verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd verboden, omdat dit een overheidsbesluit is en geen arbeidsvoorwaarde. Het openbaar vervoer mocht wel staken, maar niet tijdens de spits omdat er dan onvoldoende maatregelen waren genomen om ernstige overlast te beperken.

Vandaag is het door de gemeente Amsterdam verzochte stakingsverbod voor de Amsterdamse vuilnismannen in de periode rondom Koninginnedag vooralsnog afgewezen. De rechter vond in dit geval het verbod te vroeg aangevraagd, omdat de staking nog niet officieel was aangekondigd, dit volgens de richtlijn ook nog niet hoeft en de bonden aangaven dat als er een staking komt, ze voldoende maatregelen zullen nemen om ernstige overlast te beperken.

De bonden hebben dus nog tot 48 uur voor de aanvang van de staking de tijd om tot een aankondiging over te gaan en de maatregelen om de overlast te beperken kenbaar te maken. Als de gemeente de maatregelen tegen die tijd onvoldoende vind, kan zij de rechter nogmaals om een verbod verzoeken.

De healines in de media zoals “Vuilnismannen Amsterdam mogen staken”, “Reinigingsdienst Amsterdam mag staken” en “Vuilstaking toegestaan” zijn dus niet onjuist, maar wel erg kort door de bocht. De kans dat de gemeente alsnog een procedure zal starten zodra de staking officieel is aangekondigd is groot en de winkansen zullen dan, afhankelijk van de maatregelen die worden genomen om ernstige overlast te beperken, groter zijn. Deze kwestie wordt ongetwijfeld later deze week vervolgd.