Gezin eist miljoenen van Raad voor de Kinderbescherming!
Een gezin meent recht te hebben op een forse schadevergoeding van de Raad voor de Kinderbescherming, omdat hun 3 kinderen naar hun mening onterecht uit huis zijn geplaatst. De nationale ombudsman zou het standpunt van de ouders ondersteunen. De vraag rijst dan: kunnen kinderen ‘zo maar’ uit huis geplaatst worden?
Wanneer er problemen zijn in de opvoeding, kunnen ouders vrijwillig de hulp omroepen van een opvoedingsondersteuner, zoals bijvoorbeeld Bureau Jeugdzorg. Ook derden die zich zorgen maken, kunnen een melding doen bij het Algemeen Meldpunt Kindermishandeling (AMK).
Indien er dan twijfels bestaan over het welzijn van de kinderen, wordt de Raad voor de kinderbescherming gevraagd om te onderzoeken of een beschermingsmaatregel zoals een ondertoezichtstelling (OTS) of uithuisplaatsing gewenst zou zijn.
Wanneer de Raad na het onderzoek van mening is dat er een maatregel nodig is, zal dit met de ouders worden besproken. Indien de ouders niet instemmen met de maatregel, kan de Raad niet eigenhandig de maatregel doorvoeren. Er moet dan door de Raad een verzoek aan de rechter worden gedaan tot bijvoorbeeld het uitspreken van een OTS of het afgeven van een machtiging uithuisplaatsing. Er volgt een zitting waarop de ouders hun kant van het verhaal mogen vertellen, desgewenst bijgestaan door een advocaat.
De rechter weegt alle feiten en is degene die uiteindelijk de beslissing neemt. Een uithuisplaatsing kan dan ook niet ‘zo maar’. Nu de rechter in het gegeven geval kennelijk ook heeft besloten tot het afgeven van de machtiging, is het dan ook zeer de vraag of de Raad voor de uithuisplaatsing aansprakelijk kan worden gehouden en zelfs schadeplichtig is.
Wanneer u wordt geconfronteerd met een ongewenste kinderbeschermingsmaatregel kunt u het beste in een zo vroeg mogelijk stadium een advocaat in de arm nemen. De gespecialiseerde familierecht advocaten van Van As advocaten zijn u hierbij graag van dienst.