Aansprakelijkheid van toetredende en uittredende vennoot van een vof

Toetredende vennoot

Op 17 juni 2014 heb ik een artikel geschreven over de vraag of een nieuwe vennoot van een vof aansprakelijk is voor oude schulden. De rechtbank Overijssel oordeelde dat de nieuwe vennoot aansprakelijk is wanneer: (a) na toetreding van de vennoot een deel van de (gestelde) schuld is ontstaan, of (b) na toetreding van de vennoot de opdracht is aanvaard.

Op 13 maart 2015 heeft ook de Hoge Raad zich over voornoemde vraag uitgelaten. De Hoge Raad oordeelde:

Artikel 18 WvK (…) bepaalt voor de vennootschap onder firma dat elk der vennoten hoofdelijk verbonden is “wegens de verbintenissen der vennootschap.” Daarin valt geen beperking te lezen tot verbintenissen van de vennootschap die zijn ontstaan nadat de vennoot is toegetreden. Voorts brengt de strekking van artikel 18 WvK mee dat hoofdelijke verbondenheid van de vennoten alle schulden betreft die ten tijde van hun toetreding tot de vennootschap bestaan, of nadien zijn ontstaan. Deze bepaling beoogt immers de schuldeisers van een vennootschap onder firma te beschermen in een situatie waarvan het (van de vennoten) afgescheiden vennootschapsvermogen ontoereikend is om aan alle verbintenissen van de vennootschap te voldoen, door hun een verhaalsmogelijkheid te geven op het vermogen van de vennoten zelf.
 
Het aanvaarden van een hoofdelijke aansprakelijkheid van vennoten van een vennootschap onder firma voor bij hun toetreden reeds bestaande verbintenissen van de vennootschap dient bovendien de rechtszekerheid. Een onderzoek naar het ontstaansmoment van verbintenissen van de vennootschap, met het oog op de vraag welke vennoot of vennoten daarvoor kan of kunnen worden aangesproken, kan dan immers achterwege blijven.
 
De toegetreden vennoot is dan ook aansprakelijk voor bestaande schulden van de vof op het moment van toetreden. Het maakt daarbij niet uit of de toegetreden vennoot wel of niet op de hoogte was van de schuld.
 
Tip: Verricht voor toetreding gedegen onderzoek naar de bestaande schuldenpositie van de vof. Indien noodzakelijk, beding dan garanties en maak expliciet schriftelijke afspraken over de onderlinge draagplicht (vrijwaring).
 
Uittredende vennoot
 
In eerdere rechtspraak is bepaald dat op grond van artikel 18 WvK de uitgetreden vennoot aansprakelijk blijft voor de reeds bestaande schulden van de vof. De aansprakelijkheid geldt tevens voor de schulden die pas zijn ontstaan na het moment van uittreden van de vennoot, maar die voortvloeien uit verbintenissen die door de vof zijn aangegaan toen de uitgetreden vennoot nog vennoot was van de vof.

Het op de hoogte stellen van de schuldeisers van de uittreding en het uitschrijven van de vennoot in het Handelsregister, heeft echter niet tot gevolg dat de betreffende vennoot niet langer aansprakelijk is voor die schulden. Dit geldt ook als de uittredende vennoot geen invloed meer heeft gehad op het niet (meer) nakomen van de betreffende verbintenis.
 
Tip: Om van de aansprakelijkheid af te komen, dient de uittredende vennoot afspraken te maken met de schuldeisers. Mochten de schuldeisers daaraan niet willen meewerken, dan rest voor de uittredende vennoot om afspraken met de overige vennoten te maken (vrijwaring).

Let op: de schuldeisers zijn niet gebonden aan de afspraken die de uittredende vennoot maakt met de overige vennoten. De schuldeisers kunnen in dat geval nog steeds de uitgetreden vennoot aanspreken.
 
Voor meer informatie over het toetreden tot dan wel het uittreden als vennoot van een vof, neem dan contact op met mr. Jan de Wrede.