Hoever mag een franchisegever gaan?
Op 22 november 2017 heeft het Gerechtshof Amsterdam in hoger beroep uitspraak gedaan over een vonnis in kort geding, betreffende het al dan niet overtreden van een franchiseovereenkomst door de franchisegever.
Wat was er aan de hand?
Etos en Albert Heijn maken onderdeel uit van hetzelfde concern. Er zijn ongeveer 550 Etos-winkels in Nederland, waarvan 250 franchise winkels. De franchisenemers zijn verenigd in de Vereniging van Etos franchisenemers (hierna “de Vereniging”).
Op enig moment gaf Etos aan dat zij voornemens was om Etos ‘eigen merk’ producten te gaan verkopen in supermarkten van Albert Heijn. De Vereniging had daar bezwaar tegen gemaakt. Etos is tegemoet gekomen aan deze bezwaren en heeft aan de Vereniging laten weten dat de door Albert Heijn ingezette health & beauty koers zal worden voortgezet onder een ander merk. De producten zijn uiteindelijk onder de naam ‘Care’ in de Albert Heijn winkels terechtgekomen. De Vereniging acht deze introductie in strijd met de afspraken die zijn gemaakt en spande een kort geding aan. Tegen het vonnis in kort geding zijn Etos en Albert Heijn in hoger beroep gekomen.
Gemaakte afspraken
De vraag die voorligt is of Etos en Albert Heijn handelen in strijd met gemaakte afspraken over het niet introduceren van de producten onder de noemer ‘Etos’, en het vervolgens wel introduceren van de producten onder de noemer ‘Care’. Het Hof vindt dat Etos en Albert Heijn niet in strijd met de gemaakte afspraken handelen.
Het Hof geeft daarbij onder andere aan dat de bezwaren van de Vereniging tegen het oorspronkelijke voornemen van Etos en Albert Heijn, gelegen waren in het feit dat consumenten bij andere winkels dan bij Etos terecht zouden kunnen voor Etos eigen merk producten. De consument hoeft dan niet langer naar een Etos winkel te gaan voor deze producten. Aan dat bezwaar zijn Etos en Albert Heijn tegemoet gekomen. Zij hebben de producten immers niet onder de noemer ‘Etos’ geïntroduceerd. ‘Care’ is een ander merk. Er zijn weliswaar gelijkenissen qua inhoud en ‘look and feel’ van de producten, maar nergens wordt een link gelegd met Etos.
Verplichting van franchisegever
Bijkomende omstandigheden hadden kunnen meebrengen dat Etos en Albert Heijn jegens de Vereniging (en haar leden) wel ontoelaatbaar zouden hebben gehandeld door de introductie van de ‘Care’-artikelen. Die bijkomende omstandigheden zijn gelegen in de franchiseovereenkomst en overtreding hiervan.
Etos heeft als franchisegever namelijk een verplichting om de franchiseformule te beschermen. Etos kan in strijd met die verplichting handelen, indien zij de (mede door de franchisenemers opgebouwde) naamsbekendheid te gelde maakt en concurrenten van Etos winkeliers daarvan laat profiteren ten koste van de franchisenemer. Het Hof acht daar in dit geval geen sprake van, omdat niet aannemelijk is geworden dat de consument de Care-producten als Etos-producten ziet. Niet is gebleken dat de consument in verwarring is geraakt door de Care-producten. De verkoop van de Care-producten bij Albert Heijn is volgens het Hof dan ook niet in strijd met de franchiseovereenkomst. Er is aldus geen overtreding van de gemaakte afspraken en evenmin is er sprake van overtreding van de franchiseovereenkomst. De Vereniging wordt in het ongelijk gesteld.