Geen omgangsrecht voor grootouders

Het CDA heeft aandacht gevraagd voor de positie van de grootouders die als gevolg van een echtscheiding van hun kinderen nagenoeg geen contact meer hebben met hun kleinkinderen. Er is een initiatiefnota “opgroeien met opa en oma” ingediend door CDA-leden.

Minister van de Steur geeft aan dat een wettelijk omgangsrecht misschien een oplossing lijkt te bieden maar ook kan worden gebruikt als instrument om de positie van de ene ouder ten opzichte van de andere ouder te versterken. Het kan leiden tot juridisering, terwijl kinderen juist baat hebben bij dejuridisering van het conflict.

De conclusie van de minister is dat hij er de voorkeur aan geeft op een informele manier te bevorderen dat grootouders na de scheiding bij hun kleinkinderen betrokken blijven. Als voorbeeld wordt genoemd de familiegroepsplannen, waarbij grootouders betrokken kunnen worden. De minister geeft een aantal redenen waarom het volgens hem geen goed idee is om grootouders een afdwingbaar recht op omgang met hun kleinkinderen te geven. Hij is van mening dat het in het belang van het kind is als het aantal partijen dat aan het kind kan trekken beperkt blijft. Daarnaast wordt gewaarschuwd door deskundigen voor het vol plannen van de agenda van de kinderen met omgangsregelingen. Tevens kunnen deze kinderen te maken krijgen met grote loyaliteitsconflicten. De minister is van mening dat verder juridisering en escalatie van dergelijke situaties in familieverband niet wenselijk is.

Indien u meer informatie wenst, kunt u contact opnemen met de familierechtspecialisten van Van As advocaten.

Fiona van Bentum, familierechtspecialist