Einde arbeidsovereenkomst niet schriftelijk aangezegd = vergoeding betalen!

Het niet schriftelijk aanzeggen van een verlenging van een arbeidsovereenkomst is een werkgever duur komen te staan.

Wat is er gebeurd?

De werkgever heeft haar werkneemster aangezegd dat de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd zou worden verlengd. Dit is, naar eigen zeggen, mondeling gebeurd. Ongeveer een week voordat de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd echter af zou lopen, heeft de werkneemster zelf aan de werkgever te kennen gegeven dat zij haar arbeidsovereenkomst niet wenste te verlengen.

De werkneemster maakt vervolgens, ongeveer een maand later, aanspraak op een aanzegvergoeding zoals bedoeld in artikel 7:668 lid 3 BW. Zij is namelijk van mening dat niet door de werkgever tijdig is aangezegd en stelt dat het derhalve voor haar onduidelijk was of de werkgever de arbeidsovereenkomst al dan niet wilde verlengen. De consequentie die hierop in de wet staat is (in tegenstelling tot vaak wordt gedacht) niet dat de arbeidsovereenkomst doorloopt, maar dat de werkgever jegens de werkneemster  een vergoeding verschuldigd is van (in dit geval) een maand salaris. Aangezien de werkgever niet vrijwillig betaalt, begint de werkneemster een procedure tegen de werkgever bij de kantonrechter. Daar wint ze de procedure. De werkgever gaat vervolgens in hoger beroep.

Werkgever stelt zich in de procedure op het standpunt dat zij de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd mondeling heeft verlengd. Daarbij is het niet werkgever, maar werkneemster die de arbeidsovereenkomst kennelijk wilde beëindigen. Een vergoeding voor werkneemster zou dan ook volgens de maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zijn, aldus de werkgever. 

Volgens de wetsgeschiedenis is de de aanzegverplichting in de wet opgenomen om de werknemer tijdig duidelijkheid te bieden over het al dan niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst. De werknemer kan in dat geval op zoek gaan naar ander werk. Je dient, volgens de wet, de werknemer hierover schriftelijk te informeren, juist om onduidelijkheden te voorkomen.

Het hof oordeelt dan ook dat werkgever de werkneemster schriftelijk had moeten informeren over de voortzetting van haar dienstverband. Dat dit niet schriftelijk is vastgelegd en dat daardoor onduidelijkheid is ontstaan, komt voor rekening van de werkgever. Het hof bekrachtigt de uitspraak van de rechtbank.

Tip: Zeg dus altijd schriftelijk aan, ook al verleng je de arbeidsovereenkomst!

Zoë Adams, advocaat