Algemene voorwaarden van toepassing, of toch niet?

Op 24 november jl. heeft het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch een interessante uitspraak gedaan over het ter hand stellen van algemene voorwaarden. 

Casus

Partij X en Y sluiten een huurovereenkomst. In de huurovereenkomst is opgenomen: “Van deze overeenkomst maken deel uit de “Algemene Bepalingen Huurovereenkomst kantoorruimte en andere bedrijfsruimte in de zin van artikel 7:230a BW”. (…) De inhoud van deze algemene bepalingen is partijen bekend. Huurder en verhuurder hebben een exemplaar van de algemene bepalingen ontvangen.

De Algemene Bepalingen kunnen worden gekwalificeerd als algemene voorwaarden.\

Onder de handtekeningen in de huurovereenkomst is de volgende tekst opgenomen: “Afzonderlijke handtekening(en) van huurder(s) voor de ontvangst van een eigen exemplaar van de “Algemene Bepalingen” (…) als genoemd in 2.1.

De huurder heeft de huurovereenkomst getekend en op elke bladzijde van de huurovereenkomst parafen gezet, maar de huurder heeft niet apart getekend voor de ontvangst van een exemplaar van de algemene bepalingen.

Huurder heeft de huurovereenkomst opgezegd. Er ontstaat vervolgens een geschil tussen partijen over de wijze van oplevering van het gehuurde. De verhuurder verwijst naar de algemene bepalingen, maar de huurder stelt dat die niet aan haar ter hand zijn gesteld en beroept zich op de vernietigbaarheid van de algemene bepalingen.

De rechtbank oordeelt dat het beroep op de vernietigbaarheid van de algemene bepalingen door huurder slaagt.

Procedure bij het gerechtshof

Standpunt verhuurder

De verhuurder voert aan dat (i) huurder op alle bladzijden een paraaf heeft gezet, (ii) in artikel 2.1 staat dat de huurder een exemplaar van de algemene bepalingen heeft ontvangen en (iii) de huurder de huurovereenkomst heeft ondertekend. Daarmee is vast komen te staan dat de huurder voor of tijdens het sluiten van de huurovereenkomst een exemplaar van de algemene bepalingen heeft ontvangen.

Standpunt huurder

De huurder voert aan (i) dat zij nimmer een exemplaar van de algemene bepalingen heeft ontvangen en (ii) dat zij daarom bewust niet getekend heeft op de specifieke locatie daarvoor op de laatste bladzijde van de huurovereenkomst.

Oordeel gerechtshof

Het gerechtshof geeft aan:

Op  de gebruiker van de algemene voorwaarden rust de stelplicht en de bewijslast dat de algemene voorwaarden tijdig ter hand zijn gesteld. Nu de huurder heeft getekend voor akkoord van hetgeen opgenomen in de huurovereenkomst, waaronder artikel 2.1, is dat een aanwijzing om aan te nemen dat de huurder een exemplaar van de algemene bepalingen heeft ontvangen, hetgeen dwingend bewijs van oplevert. Immers, in artikel 2.1 volgt dat: (a) de algemene bepalingen deel uitmaken van de huurovereenkomst, (b) dat partijen met de inhoud daarvan bekend zijn, (c) huurder deze algemene bepalingen heeft ontvangen en (d) huurder alle bladzijden van de huurovereenkomst heeft geparafeerd zonder enig voorbehoud op te nemen.

Goed nieuws voor de verhuurder zou je denken …. Maar:

Huurder mag tegenbewijs leveren. Huurder voert als tegenbewijs het volgende aan: 

  • in een ander onderdeel van de huurovereenkomst volgt dat de algemene bepalingen niet door de huurder zijn ontvangen, namelijk middels het niet afzonderlijk ondertekenen voor de ontvangst van een exemplaar, 
  • huurder zorgvuldig te werk is gegaan door alle bladzijden van de huurovereenkomst te paraferen en bewust niet afzonderlijk heeft getekend voor de ontvangst van de algemene bepalingen,
  • het niet afzonderlijk plaatsen van de handtekening voor de ontvangst van de algemene bepalingen daarom niet op een vergissing kan berusten, en 
  • huurder tijdens de comparitie van partijen uitdrukkelijk heeft aangegeven geen exemplaar van de algemene bepalingen te hebben ontvangen.

Het gerechtshof oordeelt vervolgens dat de huurder voldoende tegenbewijs heeft geleverd en oordeelt derhalve dat verhuurder niet (in voldoende mate) bewezen heeft dat zij een exemplaar van de algemene bepalingen voor dan wel tijdens het sluiten van de huurovereenkomst aan huurder ter hand heeft gesteld. De algemene bepalingen zijn door huurder vernietigd en verhuurder kan derhalve geen beroep doen op de algemene bepalingen.

Ter zake het leveren van tegenbewijs oordeelt het gerechtshof nog dat: “(…) voor het leveren van tegenbewijs voldoende is dat het voorshands geleverd geachte bewijs ontzenuwd wordt en niet noodzakelijk is dat bewijs van het tegendeel geleverd wordt.

Tips

  1. Indien in een overeenkomst de contractpartij dient te tekenen voor de ontvangst van algemene voorwaarden, zorg er dan voor dat die contractpartij ook daadwerkelijk een handtekening plaatst.
  2. Indien wordt voorzien dat de contractpartij geen handtekening plaatst, zorg er dan voor dat: (a) het gedeelte waarbij de contractpartij afzonderlijk dient te tekenen voor de ontvangst van de algemene voorwaarden wordt verwijderd voordat de huurder de huurovereenkomst tekent of (b) dat er bewijs geleverd kan worden voor de ontvangst van de algemene voorwaarden door de contractpartij voor of tijdens het sluiten van de overeenkomst.

Voor meer informatie over het ter hand stellen van algemene voorwaarden en voorkoming van vernietiging van de algemene voorwaarden door de contractpartij, neem dan contact op met mr. Jan de Wrede, advocaat.